De heks van Oostbroek   

De geschiedenis van de heks van Oostbroek is opgetekend door de arts Baldaeus Ronseus, die het verhaal heeft gehoord van de toenmalige burgemeester van Gouda, Dirck Corneliszoon van Hensbeeck (1502-1569).

  

Het gaat over een rijke weduwe die beschuldigd werd van hekserij door haar knecht, nadat deze met gebroken benen in het moeras werd gevonden. De vrouw zou hem van haar bezemsteel hebben gegooid toen ze terugvloog van een heksenbijeenkomst in Wijk bij Duurstede. De Utrechtse schout Johan van Culemborch liet de vrouw ten spoedigste gevangen nemen en in de ketens leggen. Zij legde onder foltering een volledige bekentenis af, in de hoop op een zachter vonnis, maar dat mocht niet baten:

“De heks van Oostbroek is nooit meer naar Duurstede gereisd.
De brandstapel was haar droevig lot, zo heeft het recht geëist."

In de versie op deze website hebben we de brandstapel eruit gelaten en het alcoholisme van de knecht een prominentere plaats gegeven.